09 sep De nieuwe mens als prisma
“Het prisma toont ons dat het witte licht uiteenvalt in zeven kleuren. Het uiteenvallen van het licht door het prisma is gebaseerd op drie betekenisvolle getallen: 1, 3, 7. Het getal 1 stelt de lichtbundel voor die op één zijde van het prisma valt; het getal 3 staat voor het prisma zelf met zijn drie zijden en het getal 7 staat voor de kleuren die door het prisma verspreid worden. Symbolisch kun je een overeenkomst vaststellen tussen de drie zijden van het prisma en de drie principes die het gedrag van de mens bepalen: het verstand, het hart en de wil. Om de zeven kleuren harmonieus te kunnen uitstralen is het nodig dat het prisma van de mens doorzichtig en gelijkzijdig is, dit wil zeggen dat het verstand, het hart en de wil in gelijke mate ontwikkeld zijn: men moet intelligent, goed en bekwaam zijn om zijn ideeën en gevoelens te realiseren. Op dat moment is alles in de mens in harmonie … Maar dit komt uiteraard zelden voor en het gelijkzijdige prisma is dan ook een symbool voor de Ingewijde, de Wijze, de Meester.
Meestal zijn de mensen driehoeken waarvan de zijden niet gelijk zijn. Sommigen hebben een goed ontwikkelde wil, wat in de meeste gevallen betekent dat ze er zich tevreden mee stellen andermans projecten te realiseren. Bij anderen daarentegen zijn het verstand en het hart veel meer ontwikkeld dan de wil: dit betekent dat deze personen veel nadenken en analyseren, respectievelijk dat ze heel gevoelig zijn. Als het er echter op aankomt te handelen, iets te verwezenlijken, wachten ze tot de anderen het in hun plaats doen. Enzovoort: er bestaan allerlei gevallen … Maar het is essentieel te begrijpen dat we ons volledig moeten inspannen om gelijkzijdige prisma’s te worden om de zeven kleuren te kunnen uitstralen, of beter gezegd, de zeven deugden.” – Omraam Mikhaël Aïvanhov
Zie voor meer over het beeld van de mens als prisma:
“Het licht, de levende geest”, Izvor 212, hst VI.
“De Nieuwe Aarde” Verzameld Werk deel 13, XV “Hoe de aura te ontwikkelen”.
“De natuur heeft de rangorde tussen de vijf zintuigen zeer intelligent ingesteld. Maar daar is het niet bij gebleven en nu moeten andere zintuigen ons in contact brengen met nog grotere en verder gelegen regionen. Zolang het menselijk wezen de organen niet ontwikkeld heeft die hem in contact kunnen brengen met meer verheven gebieden en entiteiten, zal hij niet veel opmerkelijks kennen.(…) Toen de geest van de mens geleidelijk in de materie begon af te dalen, heeft hij de vermogens ontwikkeld die hem in staat stelden om op die materie in te werken (de vijf zintuigen), waarbij hij zijn mediamieke vermogens liet verzwakken. Hij heeft ze echter niet verloren, hij bezit ze nog steeds.
Omraam Mikhaël Aïvanhov zet vervolgens in het boek “Subtiele centra van de mens” (Izvor 219) uiteen hoe de aura, de zonnevlecht, het haracentrum en de chakra’s hun functie vervullen ten behoeve van zowel ons fysieke, astrale en mentale lichaam, als onze meer subtiele lichamen: het causale, boeddhische en atmische lichaam. In “De Nieuwe Aarde” wordt beschreven hoe je tijdens de maaltijd – de yoga van de voeding – ook deze subtiele lichamen kunt voeden (deel III).
De boeken kun je inzien en bestellen via Prosveta.